Een tijdje  geleden ben ik gevraagd door een woonlocatie om een woonscan uit te voeren en interieuradviezen te geven. Het betreft een woonlocatie waar mensen wonen die bekend zijn met een alcohol en-of een drugsverslaving. De meeste bewoners hebben door deze verslaving een verworven hersenletsel.

De belangrijkste vragen van de begeleiding waren

  • valpreventie; er zijn bewoners die regelmatig vallen. Hoe kun je dit voorkomen en hoe kun je in de inrichting hier rekening mee houden
  • Oriëntatie; hoe weten de bewoners waar ze zijn en hoe vinden ze de goede plek; de juiste etage en andere relevante ruimtes. Nu verdwalen de bewoners regelmatig in het pand
  • Adviezen over meer sfeer en over kleurgebruik

Ik heb samen met de begeleiding aan de hand van een lijst met vragen de locatie bekeken en  ik heb extra naar bovenstaande punten gekeken. Tijdens de woonscan  heb ik tips over de inrichting en kleurgebruik gegeven en naderhand heb ik dit verwerkt in een verslag

Ik  vind het altijd belangrijk dat mensen begrijpen waarom ik bepaalde adviezen geef zodat ze ook zelf kunnen beredeneren waarom bepaalde dingen wel of niet werken. Ik geef daarom altijd informatie over het aanbieden van prikkels

Ik  vind het altijd belangrijk dat mensen begrijpen waarom ik bepaalde adviezen geef zodat ze ook zelf kunnen beredeneren waarom bepaalde dingen wel of niet werken.

Mensen met een beschadigd brein (dementie, verstandelijke beperking of hersenbeschadiging t.g.v. andere oorzaken) hebben vaak problemen met het verwerken van prikkels.

Mensen met een beschadigd brein (dementie, verstandelijke beperking of hersenbeschadiging t.g.v. andere oorzaken) hebben vaak problemen met het verwerken van prikkels. Mensen met een hersenbeschadiging hebben moeite om zich af te sluiten voor bepaalde prikkels. Ook ze moeite met prikkelselectie. Alle prikkels (visuele, auditieve en sensorische) komen even sterk bij hun binnen . Het is daarom  vaak erg moeilijk om de aandacht ergens op te richten, ze zijn heel snel afgeleid. Het doseren van prikkels is daarom erg belangrijk.

Zowel het gebouw als medewerkers, bezoekers, apparatuur enz. kunnen te veel prikkels afgeven. Maar ook een inrichting kan te veel of te weinig prikkels bevatten; er kunnen te veel spullen in de kamer staan. Maar te weinig prikkels kan lusteloosheid of apathie opwekken. Het is daarom belangrijk om bewust met de prikkels om te gaan; welke prikkel pas je wel toe en welke niet.

Adviezen die ik gegeven heb zijn de volgende:

  • Oriëntatie: Het eerste wat de bewoners zagen wanneer ze uit de lift stapten was de glazen deur van het kantoor van de begeleiding. Op de ramen en de deur hingen veel briefjes met informatie maar hier stond ook de nummer van de etage. Maar door alle visuele informatie zagen ze dit nummer vaak niet en ze stapten daardoor vaak op de verkeerde etage uit de lift. Mijn adviezen waren o.a. ; Verwijder alle niet relevante en afleidende informatie. Verf alles in 1 kleur, ook de kozijnen  en verf een deel van de ramen mee of plak een deel van de  ramen met plakplastic af. Zet op de deur op ooghoogte met een contrasterende kleur het nummer van de etage. Zorg verder voor weinig contrasten in de kleuren op de deuren zodat alle aandacht uitgaat naar het cijfer. Geef elke etage zijn eigen kleuren. Kies  per etage een kleurenschema en pas dit consequent toe in de openbare ruimtes. Ik heb een aantal kleurenschema’s toegevoegd
  • Zonweringen; De appartementen zijn nogal warm. Er is geen goede zonwering aanwezig. De beste zonweringen zijn screens die aan de buitenkant zijn aangebracht. Deze houden het beste de warmte tegen maar ook zonwering aan de binnenkant kunnen er voor zorgen dat de kamers minder warm worden.
  • Verblinding; ramen en binnenvallend daglicht kunnen erg verblindend werken. Dit kan een sterke stres verhogende visuele prikkel zijn, hierdoor is de kans op vallen groot. Door de bovenkant van het raam af te schermen wordt het binnenvallend licht minder sterk. Dit kan gebeuren door een rolgordijn  of jaloezieën.
  • Contrasten: De toiletten zijn erg wit, er zijn nauwelijks contrasten. Wanneer er meer contrasten aangebracht worden door te kiezen voor een zwarte wc-bril en een kleurtje op de drukknoppen of door gekleurde tegels wordt dit ook gemakkelijker in gebruik. Ook  bij de  trappen was weinig contrasten, terwijl er toch veel bewoners waren die een visuele beperking (slechtziend of een waarnemingsstoornissen) hadden. Voor hen is het belangrijk dat hier duidelijke contrasten zijn zoals  de eerste en de laatste treden en de leuningen.
  • Valpreventie: in de gemeenschappelijke douches was geen ruimte om kleding goed op te hangen en om shampoo/doucheschuim neer te zetten. Hierdoor viel de kleding/handdoek vaak op de grond en moesten ze de toiletspullen op de grond zetten dit leverde veel valgevaar op. Het is belangrijk dat er voldoende plek is om spullen neer te zetten
  • Een huiselijke sfeer kun je creëren door  gebruik te maken van
    •  Ruwe materialen (hout, riet, stof/wol )
    •  Matte materialen (matte verf – planten in niet-glimmende potten maar “de gewone” bloempot  of in rieten manden – niet-glimmende jaloezieën)
    •  warme, verzadigde  kleuren

Het bovenstaande is een greep uit de adviezen die ik heb gegeven.

In dit geval waren de adviezen bedoeld voor mensen met een verworven hersenletsel t.g.v. verslaving maar deze adviezen kunnen ook van toepassing zijn voor mensen met dementie